HOUWINK, Roel
Herinnering
Vader, wij hebben nooit gesproken
over het leven met elkaar,
gij had het uwe, ik het mijne
en beiden wisten wij, ‘t is zwaar
te leven met een weerloos hart…
Zo hadden bêi we ons toegesloten
en gingen zwijgend naast elkaar:
ik heb de weg niet kunnen vinden,
al lag uw hand steeds voor de mijne klaar.
En nu gij heen gegaan zijt naar dat vreemde
en voor geen levende bereikbaar land,
nu breekt mijn vuist eerst hunkrend open
en zoekt vergeefs uw trouwe hand