WARMOND, Ellen


Hier dan de wereld


Hier dan de wereld: een koude ruimte

die wij slechts vullen met warmte, met streling,

speel dat wij twee zijn, andere eenling,

ontsta of verga, maar sta

mij bij.


want zonder gewicht van liefde zijn wij

zonder gezicht, zonder zwaarte,

weerloze vlokken, vezels, veren,

door holle wind bewogen, bewegend wel, maar te

onvrij.


want het eigen woord

vermoordt

de adem als die zich verwart

in de valstrikken van het gedicht

en alleen ander bloed dan het eigen

bloed houdt het kantelend hart

in evenwicht.



Excuus


Om het inoperabel tekort

van gebaren die onvoltooid

en gedachten die verzwegen

blijven om alles wat nooit

kan worden prijsgegeven

beroep ik me op het gedicht

als machteloos tegenwicht.


Woonhuis


De klok heeft geen geheugen meer een ongewone

verbijstering kruipt zwijgend uit een hinderlaag

een overdwars gespleten kegel draag

ik tussen schouders die me vreemd voorkomen


de muren tonen hun verwarrende profiel

behangsels van herinnering die zich een uitweg wroeten

een klokslag die een uur geleden viel

rolt als een trage damsteen voor mijn voeten


twee dodelijk verschrikte handen liggen

als wezenloze vissen naast mijn bord

waar is het huis en wat is deze kamer

waarin ik langzaamaan een ander word?



Avond


Seconden lopen driftig achteruit

de dag is uit de tijd gekanteld


ik word zo stil als een strand

in een winternacht ik word

zo leeg als een uitgebrand

huis het leven staat verder

van mij af dan ik kan vertellen


leg je gezicht in je handen

en probeer je dit voor te stellen.


Changement de décor

Zodra de dag als een dreigbrief
in mijn kamer wordt geschoven
worden de rode zegels van de droom
door snelle messen zonlicht losgebroken

huizen slaan traag hun bittere ogen op
en sterren vallen doodsbleek uit hun banen

terwijl de zwijgende schildwachten
nachtdroom en dagdroom haastig
elkaar hun plaatsen afstaan
legt het vuurpeloton van de twaalf
nieuwe uren bedaard op mij aan.


Kolonisatie

Je paste niet

in het kind dat je was

maar later beloofde beter

toen paste je niet

in de mens die je werd

die buiten je om bleef bestaan

je kneedde toen maar

een omhulsel als deeg

waar een ander helder zicht op kreeg

en namen aan gaf

dan was jij er van af

maar wat bleef muiten op je onbewoonde

eiland was die hele kolonie

gedeporteerden achtergelaten om gezinnen

te stichten te aarden land te ontginnen

met alle buitenkanten binnen.


Sliep uit!

Ik let niet zoveel meer op

mezelf ik ben wel wijzer

dan ik was

met ach en wee

(en tegen wie?)

wat ik de hele dag uitvreet

opvreet of uitspuw gaat

na al die jaren ervaring

haast automatisch

(en niemand aan)

ik spreek me dan ook niet meer tegen

Ik ga me niet meer te buiten

Ik zie me gewoon mijn gang gaan

en lach

achter mijn rug.