BERNLEF, J.
Hersenschimmen
.....
Niemand. Misschien is iedereen weggegaan. Laten ze me hier op bed rotten. Ik hoor water stromen. Straks loopt de boel onder en kan ik mijn bed niet uit. Ik trap op me heen. Het bed kraakt maar de riemen geven geen centimeter mee.
Er gaat ergens in de ruimte een deur open. Ook durf niet te kijken omdat ik geen idee heb wie er binnenkomt. En omdat ik me schaam. Als een beest lig ik hier in mijn eigen mest. Ik houd mijn ogen stijf gesloten. Ik hoor iemand kokhalzen. Voel hoe handen de pyjama van mijn lichaam stropen. Ze willen dat ik mij voort ga bewegen. Moet mijn ogen wel opendoen en zie een oude man in de spiegel, een oude man met een slap gerimpelde buik vol strontvegen. Ik glimlach opgelucht. Dat ben ik tenminste niet!
Twee vrouwen tillen me in een bad, een oude en een jonge.
Net alsof ik geen lichaam meer heb in dit water. Alleen waar ze mij aanraken, mij wassen, ontstaat het weer even.
…..