HEERESMA, Heere



Een dagje naar het strand

…..
Hij hield een hand voor de mond en sprak er zachtjes in. Geluid en klanken zonder betekenis. Hij kreeg oprispingen van de salami en hij had haar bijna gevraagd of er in huis iets te drinken was.

Weet je Medusa, je moet oude vrienden en bekenden niet als vodden behandelen, ook al is daar misschien reden toe. Jarenlang hebben we met je opgetrokken, broederlijk bed en brood met je delend. Of ben je dat al vergeten? Weliswaar word ik er nog misselijk van als ik bedenk hoe we lootjes trokken wie er die dag weer jou in de kraamkliniek zou gaan bezoeken maar dat was om de schijn van vaderschap te ontlopen en we kwamen toch maar met fruit en lectuur. Tien dagen lang, voorwaar dat is werkelijke trouw. De kroegbazen stonden er versteld van dat zo’n ellendig stelletje slappelingen tot zo iets in staat was.

Medusa staarde hem aan. De lange nagelvijl die ze hanteerde ging automatisch over haar nagels heen en weer. Het kwam hem voor dat er iets van paniek uit haar houding begon te stralen maar hij waagde het niet reeds nu een conclusie te trekken. Ze kon nog altijd Carl bellen. Hij had zich al een keer in haar vergist.

…..


Donnerwetter wat een spetter

…..

‘Vind je het goed als ik een raampje open? Je sigaret stinkt zo.’

‘Je rookt anders zelf ook.’

Hij draaide het raampje open en regen sloeg naar binnen. Uitstekend. Hij rilde en zag in de verte een groot verlicht etalageraam. Een meubelzaak. Langzaam liet hij de wagen uitrijden en stopte er pal voor.

‘Blijven we hier staan?’ wilde ze weten.

Haar zoete parfum begon de ruimte te vullen en hij zocht even op de radio naar iets, maar alleen Duitsland gaf gevooisde klanken en hij was nog steeds niet bereid op dat land af te stemmen

‘Mooie collectie, hè?’

Ze wendde zich naar de etalage en hij keek naar dat profiel. De neus was een klont, de oorlel onbeschaamd groot. ’Mooi antiek. Vooral die prachtige salonkast.’

‘Heb ik ook.’ hoorde hij haar zeggen en na enige aarzeling legde hij een hand op haar knie die door de kous heen kil aanvoelde.

‘Knappe lokkers heb je, meid.’ De knie was vlezig en hij gaf er maar een kneepje in. Hoofdzakelijk uit beleefdheid.

‘Vin je.’ Ze tastte weer naar het pakje sigaretten in de kaartenbak en hij schoot met vuur toe. De voorruit was nu ondoorzichtig van de regen geworden. Licht van reclames en lantaarns schoot er onzinnig doorheen. Vooral dat blauw, links van de spiegel, beviel hem bijzonder. Het vlees onder zijn hand werd langzaam warm.

‘Waarom ga je niet mee naar me kamer. Het is vlakbij.’ inviteerde ze maar bleef verder alleen maar aan haar sigaret trekken?

.….