VAN HECKE, Firmin



Mijn oog is vrij …

Mijn oog is vrij, mijn blik is onbevangen:

Op al de bomen zie ik vruchten hangen.

En die voor mij niet zijn zie ‘k liefst van al:

Zijn het de schoonste, die ‘k nooit proeven zal?


Reik mij uw hand totdat ik vrede vinde.

Dat zich uw blauwe blik rondom mij winde,

Dat alles wat ik smaak uw lippen zij

En mooier alles om uw ogen; wees van mij

Als ik van u ben.



Carpe Diem

…..
III


De zee zingt en de starrennacht is blauw

En zwoel, en zacht zijn de ogen van de vrouw;

En rozengeur hangt dwalend langs de wegen:

Waarom onrust gezocht waar gij rust hebt gekregen?

…..
V

Het avondt en de nachtegaal zal slaan;

Onder de starren en de kus der maan

Dromen de rozen en verliefden waken:

Hart, eenzame mus, immer op vreemde daken...