DE BEL, Marc
Frituur Paradiso
…..
‘Super’, glundert Alien. ‘Vier uur zonder pottenkijkers! Jiehaa!’
Ze pakt haar gsm en zet die uit.
‘Is dat wel een goed idee? Als er iemand jou wil bereiken?’
‘Ik zeg het toch. Ik wil vanavond door niets of niemand gestoord worden. Ik wil lekker helemaal alleen met jou zijn.’
Ze kijkt Sander schalks aan.
‘Fantastisch!’ knikt Sander. ‘Terug naar de Vooruit!’
Hij draait zich om en stapt er vrolijk vandoor. Pas een paar meter verder merkt hij dat Alien hem niet volgt.
‘Kom je nog?’
‘En die Breezers dan?’
‘Je bedoelt... Jij wil ook...’
‘Natuurlijk! Je hoorde Robbe toch... Lekker scheef lopen en het feestje wordt dubbel zo leuk! Kom mee!’
Ze duikt een donker zijstraatje in.
Sander haast haar achterna. Hij voelt zich een beetje ongemakkelijk. Breezers... Voor hem hoeft het echt niet. In plaats daarvan had hij liever Alien gekust. Maar eerst was mams erbij en dan was Robbe er. En nu hij wél met haar alleen is, kan hij toch moeilijk zomaar....
‘Ooh!’
Hij blijft midden op het trottoir staan en haalt diep adem.
‘Hmmmmm!’
Alien snapt meteen wat hij bedoelt.
‘Hmm…’ snuift ze op haar beurt. ‘Het ruikt hier heerlijk, naar frietjes!’
‘Fantastisch hè!’ vindt Sander. ‘Niets ruikt zo lekker als een pak frieten met een flinke klodder mayonaise!’
‘Niets?’ vraagt Alien schalks.
‘Niets!’ antwoordt Sander, zich van geen kwaad bewust.
‘Leuk voor mij...’
‘Euh?’
‘Mijn parfum... Ik koop speciaal een nieuwe parfum voor jou. Zwoel en opwindend volgens de verkoopster. En dan hoor ik dat ik beter een klodder mayonaise in mijn hals kan smeren.’
‘Ik bedoel dat natuurlijk niet zo! Ik wou gewoon zeggen...
Van friet met mayonaise loopt altijd het water in mijn mond. Meer niet.’
‘En van mij niet?’ plaagt Alien hem verder.
Sander weet het nu even niet meer. Wat is het leven ingewikkeld, als je op een vrijdagavond in september voor het eerst met je vriendin door de grote stad loopt...
‘Ik bedoel... Jij ruikt natuurlijk nog veel lekkerder!’
flapt hij eruit. ‘Heel anders dan friet met mayonaise. Ik had het direct gemerkt. Zodra je op de trappen van de bibliotheek dichterbij kwam. Het …’
‘Dan moet je dat zeggen’, knipoogt Alien. ‘Meisjes horen dat graag.’
‘Ja... Ja... Je hebt gelijk. Ik had dat moeten zeggen...
Sorry...’
Hij kijkt haar schuldbewust aan. Het heeft een heel ander effect dan hij verwacht had. Alien moet erom giechelen.
‘OK, ’t is goed. Ik vergeef het je.’
Ze geeft hem een zoen op zijn wang.
‘En nu gaan we die frietgeur van dichtbij opsnuiven.’
‘Gingen we niet... Ik dacht dat we eerst naar een nachtwinkel gingen en dan naar de Vooruit.’
Alien hoort hem niet meer. Ze is de straat al overgestoken naar de frituur aan de overkant.
“Frituur Paradiso “staat in sierlijke letters op de ruit geschilderd.
‘Als ik na mijn dood in het paradijs terecht kom, moeten ze daar ook frieten bakken,’ glimlacht ze.
Ook Sander is onder de indruk van het kleine, maar superknusse frietkot.
Met open mond kijkt hij naar het warme licht. Geen koele TL-buizen die zenuwachtig flikkeren, maar kleine schemerlampjes die een zachte, intense gloed verspreiden.
‘Ik wil hier een foto van!’ beslist Alien. ‘Kom hier even staan.’
‘Hier? Voor het raam?’
‘Perfect. Met die naam als een koepel boven je hoofd.
Frituur Paradiso. Zorg dat je er precies onder staat.’
Ze stapt tot in de goot en klikt.
‘Mooi zo! Nog een.’
Sander glundert. Die vertrouwde geur... het warme licht... Het geeft hem op de een of andere manier het gevoel een stukje thuis te komen. Dit moment mag voor hem eeuwig blijven duren.
Maar Alien steekt haar fototoestel alweer weg.
‘En nu gaan we Breezers kopen.’
Ze pakt zijn hand en trekt hem mee naar de nachtwinkel aan de overkant. Veel te fel buislamplicht en strakke, stijlloze houten hokjes naast en boven elkaar. Het lijkt wel een flatgebouw voor konijnen. Gelukkig bevatten de kastjes koekjes en chips en toiletpapier en tientallen, misschien wel honderden flessen. Fruitsap en frisdrank, maar ook jenever en veel zoete cocktails.
‘We krijgen toch geen problemen met die Breezers? Ik bedoel... Onder de zestien mag je eigenlijk geen alcohol kopen.’
Alien haalt onverschillig haar schouders op.
‘Die Breezers zijn niet voor mij, maar voor mijn moeder.
Ze vond geen parkeerplaats in de buurt. Ze staat dubbelgeparkeerd en moet in de auto wachten.’
‘Gelooft hij dat?’
Sander knikt eens naar de man die wat verder een rek staat bij te vullen. Een kleine, goedlachse Indiër met een tulband op zijn hoofd.
‘Natuurlijk gelooft hij dat,’ weet Alien. ‘Als het hem maar geld opbrengt.’
Ze gaat op haar knieën voor één van de rekken zitten.
‘Wat vind je het lekkerst? Pineapple? Raspberry?
Lemon?’
Sander heeft nog nooit een Breezer gedronken. Hij zou dringend een inburgeringscursus voor de grote stad moeten volgen.
‘Doe maar... Doe maar rapsberry’ hakkelt hij, al heeft hij geen flauw idee of dat lekker is.
‘Dat is mijn favoriete smaak! Maar ik hou dan ook van mierzoet!’
Tot zijn verbazing ziet Sander dat Alien nóg twee flesjes van het onderste rek haalt.
‘Je hebt er ook die méér alcohol bevatten.’
‘Neenee. Eén flesje is echt genoeg. Het is alleen maar om te proeven.’
‘Zeker weten?’
‘Heel zeker!’
…..