PLATEL, Marc
Brussel is ook van ons
….. dat Vlamingen ook het recht hebben om ‘de anderen’ voor een Vlaams voldongen feit te stellen.
Uitzonderlijk deden ze dat wel, namen ze bij manier van spreken het recht in eigen handen – een stoutmoedigheid die ze nadien dubbel en dik betaalden. Het gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Flor Grammens – de man die met de verfborstel ter hand langs de taalgrens zorgde voor de ‘geverfde’ toepassing van de taalwet – de kans kreeg om ook binnen het Brusselse onderwijs de taalwet correct te doen toepassen. Hij kreeg daar de leiding over een door de Duitsers in het leven geroepen Commissie voor Taaltoezicht , die moest nagaan of en zo ja welke en hoeveel leerlingen in het Brusselse Franstalige onderwijs zaten terwijl ze volgens het principe ‘moedertaal = onderwijstaal’ in Nederlandstalige klassen thuishoorden.
De Commissie-Grammens , zoals ze werd genoemd, zorgde ervoor dat het aantal Nederlandstalige kinderen in de Brusselse klassen van een kleine twintig procent in 1942 opliep tot drieënveertig procent drie jaar later. Aan het einde van de oorlog was ook het wettelijk voorziene evenwicht binnen de Brusselse taalkaders bijna bereikt. Onnodig te zeggen dat meteen na de bevrijding de inspanningen van Grammens en zijn Commissie ongedaan gemaakt werden. Grammens kreeg zes jaar gevangenisstraf. In vredestijd op een georganiseerde manier de toepassing van Belgische taalwetten saboteren is een Belgische deugd, in oorlogstijd erop toezien dat diezelfde Belgische wetten toegepast worden is dan weer ‘heulen met de vijand’. Het is niet vanzelfsprekend om de Belgische samenleving te begrijpen.
…..