BLAMAN, Anna
Eenzaam avontuur
…..
En Alide leunde achterover in de fauteuil, in de beveiliging van Berthes bewondering. Want Berthe vond haar mooi. Alide wist precies wanneer ze mooi gevonden werd, op welke wijze ze dan intrigeerde, biologeerde. Dat was een weten dat vooral het laatste jaar gerijpt was, tussen Peps en Kosta in. Dat was een macht die zeer bewust in haar geworden was, een macht die velen, Berthe nu ook, in haar erkenden, onbewust. Dat gaf een spanning. Niets is zo goed tegen migraine als een spanning, een afleidende boeiende spanning. En dat meisje Berthe stichtte die aan. Dat meisje met haar wat hese stem, haar zoekende ogen en haar conscientieus tastende gesprekken trok een tovercirkel waar de migraine en z'n oorzaak werden uitgebannen. Dat was goed. Waarom je ook verdiepen in het onvermijdelijke, onberekenbare? Alide had een voorhoofd zonder rimpels, ogen zonder schaduw en een mond zonder één trek van moeheid; ze dacht nooit na over de dingen die ze niet omvatten kon, ze sneed als 't ware haar zielsvervulling op de maat van 't ogenblik en prefereerde een duistere onzekerheid boven het smartelijk van alles denken en veronderstellen. Neen, loom en veilig in de schemerige zaal van Het Gouden Hert, zo was het goed. Ze leunde achterover in haar fauteuil en liet zich sigaretten en vuur geven, door Berthe. Berthe zei wonderlijke dingen. Ze vertelde dat ze Alide voor 't eerst had gezien in 't bos, samen met Kosta, dat Alide toen een blauwzijden japon gedragen had, dat Kosta zijn arm om Alide heengeslagen had, dat ze elkaar gezoend hadden, zomaar, en midden op het bospad, dat ze toen Berthe zagen en zonder groeten alleen geglimlacht hadden. En dat zij, Berthe, vaak aan hen gedacht had. En ook dat zij geloofde in ontmoetingen met zin en zonder zin.
…..