FRIEDMAN, Carl (Carolina KLOP)
Oordeel
De Russen zongen al lang niet meer.
Over het hoofd van half Europa kropen luizen.
Frontlinies liepen dwars door huizen.
Elk mannenhemd stonk naar wapensmeer.
En ergens in de modder sleepte hij,
gekwelde Sisyphus op hongerbenen,
halfdood zich voort met logge stenen.
Waar ben je, Sisyphus? Waarom ontwijk je mij?
Op iedere oorlogsfoto zoek ik jouw gezicht.
Ik speur de rijen af. Je moet er tussen staan -
Misschien ver buiten het bereik van lens en licht,
waar goden oppermachtig over ons beschikken, waar
jood en duitser, beul en partizaan
in hun verscheurdheid allen lijken op elkaar.
Sobibor
Met brede schermen woekert fluitekruid
tussen de kromme liggers en de sporen.
Een stootblok steekt er rottend bovenuit.
Het heeft, als alles hier, geen functie meer
en elk besef van tijd voorgoed verloren,
maar wacht hardnekkig nog op treinverkeer -
op stoom en davering van een transport
dat bij gebrek aan reizigers werd opgeschort
/////////////////////////////////////
Aarde aarde draai maar door
doe je zwartste sluier voor
Laat mijn Aron slapen
Straks komt er een bedelaar
Met een zak van paardenhaar
Sterrekruimels rapen.