VAN DOORN, Johnny
Een magistrale stralende zon
Verdwaald in de duisternis
Is hij terechtgekomen in
Een soort woestenij die
Met dopheide en kleine
Heesters is begroeid &
Aankloppend bij een
Afgelegen boerderij
Waar een flauw lichtje
Hem doet vermoeden
Dat er iets van leven
In aanwezig moet zijn
Wordt hem opengedaan
Door een kleine kale
Scheelogige monnik
Die hem gastvrij en
Onderdanig ontvangt
In zijn stemmig blauw-
Geschilderd vertrek
Dat onder het schenken
Van een chinees kopje
Thee door hem plechtig
Wordt genoemd de hal
der kennis die slechts
Toegankelijk is voor
Zij die door de
Stilte zijn gegaan &
Zijn tranen nauwelijks
De baas kunnend weet
Hij terstond dat
Deze oude magiër
Zijn langgezochte
Leermeester moet zijn
Die op zijn weg
Naar het door hem
Begeerde middelpunt
Zijn toeverlaat zal
Zijn in moeilijke uren &
Als hij na een gerief-
Lijke nachtrust bij
Het kraaien van de haan
Het huisje van zijn dromen
De rug toekeert om met
Zijn zwerftocht verder
Te gaan is er zoveel
Gebeurd dat in tegen-
Stelling met die avond
Tevoren hij gevuld is
Met een nieuwe lading
Levenskracht die hem
Doet jubelen over de
Vol met kwinkelerende
Vogels zijnde Natuur
Die goudgeel beschenen
Wordt door een magi-
Strale stralende zon
Crimineel weekend
(1)
2 winterjassen over elkaar
Heen & op zak kunstbaarden-
En snor,
17 zonnebrillen &
3 verschillende pruiken, -
Uit betrouwbare bron
Vernomen dat ik
Voortdurend door een
Politiewagen word
Gevolgd:
Op iedere straathoek
Verwissel ik van
Vermomming & in
Iedere pisbak plak
Ik een andere baard
Op mijn gezicht,
In ieder portiek
Verwissel ik van
Zonnebril & ik
Loop mank en krom &
Dan weer als een Mie
Zo soepel 7 ik word
Krankjorum van die
Ellendige klootzakken, -
Ze sturen het erop
Aan dat ik me uit
Eigen beweging
Aangeven zal:
Ze hebben geen
Enkel bewijs,
40 fotoos van mij
In bezit &
Mijn tenen zijn
Bevroren (van de honger
Hou ik niet meer)
: diezelfde nacht wordt
Mijn bebaarde
Vriend Roderic de
Prikker (met identiek
Nachtelijk silhouet)
Op brute wijze
Opgebracht.