KRUTWAGEN, Hannelly



Bagage


Mijn koffer ligt op zolder te verstoffen.

Mijn rugzak heb ik uitgeleend – aan wie?

Aan mensen die ik nu dus nooit meer zie.

Ik hoop dat wie het waren ermee boffen.


Ik heb geen zin meer om op reis te gaan.

Al dat gesjouw met veel te veel bagage,

per land weer een verschillend percentage

van fooien – nee, er is geen lol meer aan.


Voor foto’s kijken heb ik geen geduld,

ik moet ze nog steeds in een album plakken.

Er zijn drie schoenendozen mee gevuld.


Toch, als ik zin krijg in uitheemse prakken

en door intense geuren word omhuld

wil ik ondanks mezelf mijn koffers pakken.



Ik kook voor jou


Ik kook voor jou

mijn lief, mijn hart

ik borrel en ik bruis


boter en room

ik stoom en droom

van jou aan het fornuis


ik sis en smelt

totdat je belt

je komt weer later thuis



De vrouw zonder baan


Er waren bloemen en kado’s op de receptie,

felicitaties voor haar man voor veertig jaar.

Ze stond vlak naast hem maar haast niemand kende haar.

Een jubileum blijft een kwestie van perceptie.


Hoewel ze zelf ook al die tijd haar steentje bijdroeg

en sinds haar jeugd voor iedereen had klaargestaan,

werd hij gelauwerd als de man die zelfs zijn baan

zo toegewijd was dat hij nooit of zelden vrij vroeg.


De knutselmiddagen op school, het oversteken,

het helpen in de bieb, op woensdag Rode Kruis.

Met oudjes zingen viel in de oneven weken.


De even weken stond ze achter het fornuis

met vluchtelingen. Maar als ze het vergeleken

dan ging hij werken en zijn vrouw was altijd thuis.