WEYDEN, Esohe



ongeremd


we liggen naast elkaar in de hoekvormige sofa

ik kan de juiste houding niet vinden

jouw arm duwt in mijn rug

mijn nek zoekt voorzichtig de verdwaalde kussens op

je borst gaat langzaam op en neer

en die herhaalde beweging wiegt me in een trance

alsof ik hallucineer


schemerachtige gezichten vloeien in elkaar over

ondergaan metamorfoses tot ze onherkenbaar worden

zoals de kleurrijke bliksemschichten op mijn computer

die de muziek uit mijn kindertijd probeerden te visualiseren

je gaat helemaal op in de serie die speelt

ik probeer mijn aandacht te kanaliseren

maar faal daarin, opnieuw


we liggen naast elkaar in de moderne kamer

die volgens de hedendaagse normen kaalte moet uitstralen

minimalisme, zachte kleuren – liefst crème, geen helderwit

al de warmte afgeweerd

waardoor ik met een leegte in mij achterblijf


waar zijn de nutteloze spullen

de geëscaleerde verzameling van vroeger

die op een ochtend niet meer verder groeide

omdat een nacht jou plots zo veranderde

de tekeningen door kinderhanden

die me meenemen naar jouw realiteit

zodat ik kan begrijpen waarom jij nu bent wie je bent


we liggen naast elkaar in de wijk die niet de jouwe is

je ging van platteland en buren die wijkagenten zijn

naar de stad van bekende anonimiteit

van komen en gaan, soms wat langer blijven dan gepland

je koos ervoor te wandelen door de straten

waar ik mijn eerste stappen heb gezet