ROGGHÉ, Paul



Wat rest mij

Wat rest mij nog van jaren koortsig jagen;

Een drift die vreet doorheen mijn ingewanden

Een onmacht die mij samensnoert de handen

Een ongeloof dat alles uit wil vagen

En voorts: herinneringen die mij plagen

En diep in mij het onbarmhartig branden

Van nederlagen en van tegenstanden

En een gemis dat is niet meer te dragen.

Dit is mijn existens. Dit is mijn leven

Het kan niet anders. Zo was het geweven.

Zo zal het altijd zijn. Zo zal het blijven.

En komt de dood mij eenmaal in te lijven

Nog zal ik nors en bitter batavieren

Tegen dit leven dat ik luid wou vieren.