DELMOTTE, Alain



Warhoofd – Fragmenten


Als een nevenpersonage, een mededinger. Of als een stamelaar, een verrekte, een ongewenste. Of

als één van de vele scheppers en bruggenbouwers van het ongerijmde, want het ongerijmde dat

lukte hem heus wel.


Herdacht om zijn natte dromen. Om wat hij met wat bekvechten keer op keer onbeholpen bleef

bevechten. Om wat hij vereren kon in iemands spreken, de muziek die hij ’s ochtends bij het vroeg

opstaan neuriede. Hier valt het niet na te bootsen!


Om de enkele halve dagen aan simpel aards bestaan die hij gierig voor zich en voor een geliefde

hield. Hoe hij het achteraf liet bovendrijven in zijn geheugen alsof het grote evenementen waren

geweest. En ze waren het.


Om de nota’s die hij bijhield, waarin hij, in onleesbaar handschrift, al te graag tijdelijk en dwalen

was.


Als een groot wit blad waarop nog alles moet worden geschreven, waarop nog alles kan gebeuren:


nu nooit meer.