WASCH, Karel


Voordat hij zich overgaf

Uit witte kamers van de kliniek

was hij gevlucht, de dood

nog in de ogen,

een platgespoten messias in lichtbevuilde

regenjas, hij keek mij niet meer aan

geen redding in het omwoeld bestaan en

God wat hebben we gehuild die dag

zonder uitzicht, aan zee

nevels achter onze ogen, vogels

in de vloedlijn, verkleefd in olie

niet meer bestand, zijn hand

uitgestoken naar het water

dreigende woorden, baarwond

verzwolgen door de golfslag

voordat hij zich overgaf

want na verraad, verschenen verplegers

waarmee we vochten op het strand

totdat de dwangbuis

van gezond verstand

hem afsneed van ons samenzijn

en hij weer weggleed uit mijn beeld

ik me liet vallen in ’t zand

om daar te sterven of overspoeld

te worden door de zee

die geeft, neemt en wijkt

alles overhoop haalt en verdwijnt, schelpen

achterlaat, die zich sluiten

wanneer je even niet meer kijkt.