TE BOKKEL, Pim
Poëzie bestaat niet
De wind de wind je fietst ertegenin
je gaat maar ziet de wind niet
je grijpt maar
begrijpt die onzichtbare hand niet
Boven het duinpad is de zon
De zon is poëzie en andersom
de poëzie is zon
Het gedicht is een schaduw van dingen en mensen
maar jij – Pim te Bokkel – bestaat niet:
in je eigen schaduw
schuil je voor de zon
Je kijkt op het strand
naar een zee vol gedichten en drinkt
en wil meer en je drinkt en kijkt naar de zon
en wil meer
Poëzie is verlangen
naar iets wat nog niet echt bestaat
maar wij dichters willen dat het voor ons staat
en haten elkaars gedichten
want poëzie is maar zelden dat gedicht
en dan nog
is toch dat gedicht niet
Poëzie is daar boven de zon en je reikt
maar veel meer nog dan dat is de wind die je grijpt poëzie:
je laat het gaan en geeft je zinnen aan de wind
je zucht en fietst erin.