DE PELSMAEKER, Marianne
Mistroostig is het woord
Mistroostig is het woord, als weersgesteldheid.
Motten knagen gestaag het water uit de hemel.
De zieke boven bekent geen kleur.
Ik sukkel somber doorheen gesprekken;
ik lees grijze wijn gedachteloos, met mate.
Of ik besta? Ja, ik, ik ben er nog.
Ik spreek, een echo op de achtergrond, gedempt mijn stem;
ik hoor en vat; kan dat later niet volkomen herhalen.
Naar ik verneem. Geen boodschap, misschien essentie, belang van een bestaan.
Wie snakt hier niet naar lucht? Reikhalzend kijk ik uit.
Hierop volgen trechters in het zand en schrijdt paars voluit naar voren.
De zee komt eraan met haar gevolg. Wat een weelde.