STUCWERK (Carlo VOS)
Hij draagt een jas met bonte kraag
Hij draagt een jas met bonte kraag
Een trainingspak maar sport niet graag
Zijn matties spuwen op het trottoir
En roepen “kanker” naar elkaar.
Steevast noemen zij hem kill
Terwijl hij juist meer warmte wil
Ze gooien zomaar ruiten in
Hij doet dan mee met tegenzin.
Terwijl zij bangalijstjes schrijven
Probeert hij bij zichzelf te blijven
Zijn pet verhult die sentimenten
Te midden van de delinquenten.
In zijn hoofd reist hij de wereld over
En is hij een poëet
Toch zit hij spugend op een bankje
Waar niemand van zijn dromen weet.
Schiet mij maar naar de sterren
Schiet mij maar naar de sterren
Laat me drijven op oneindigheid
In een hemel waar de aardse goden
Bevrijd zijn van de tijdigheid
Schiet mij maar naar de sterren
Niet zij die dansen op het ijs
Maar die verstoken zijn van water
Ze maken zwarte luchten grijs
Schiet mij maar naar de sterren
Niet een muziekfeest op het plein
Niet naar de Volendamse dijk
Waar ze massaal aanwezig zijn
Schiet mij maar naar de sterren
Zij die zingen met gitaren
En die alle snaren raken
Waar ik door al die kutmuziek op aarde
Niet heel de dag door hoef te braken
Ophef
Het is ook mijn
Publiek domein
Mocht je dat
vergeten zijn
Het zijn niet mijn koppen in de krant
Mijn schreeuwen over moord en brand
Mijn oordeel dat
Zonder wederhoor
Uit is op karaktermoord
Wie zijn die mensen
Zonder zonden
Hoe zijn ze zo bekend geworden?
Hoe leef je zo
Moreel verheven
Zonder zelf ooit toe te geven?