ZVONIK, Loeki



Hoe heette de hoedenmaker?

…..
Ik zou bij groottante Louise wonen. Dat was al sinds jaren zo afgesproken. Ze gaf me de logeerkamer op de zolderverdieping. Het bed lag vol geborduurde kussens en ervoor stonden een ronde tafel en een rieten stoel op een gebreid tapijt. Je werktafel, zei ze. In het midden ervan had zij boeken gelegd, Lamartine en Stendhal, als het mooiste wat zij ooit had leren kennen. Toen bracht ze me naar de muur tegenover het venster. In zilveren lijstjes hingen er de foto’s van haar leven. Louise onder hoeden van tule, kant en vogeltjes, zittend op terrasjes in Spa, wandelend door de dreven van Kurorte in Bohemen, bebloemde theekopjes hanterend in Salzburg, door een verrekijker turend in Wenen. Ik heb je zoveel te vertellen, zei ze, ik heb nog in de negentiende eeuw geleefd, ik heb mensen gezien van wie jij de namen zal leren. Maar laat ik je eerst helpen met uitpakken, er ligt lavendel in de kleerkast. In zijn werkkamer met de bibliotheekkasten achter de werktafel en de rieten fauteuil bij de haard ruikt het naar inderhaast geleegde asbakken en oude boeken van de Sint-Jacobsmarkt, het plein aan de andere kant van de stad, in de richting Dampoort, waar op vaste dagen de leurders en de handelaars in tweedehandse goederen hun schragen opslaan tussen de fladderende duiven

…..
Salzburg hing al vol met smeedwerk toen we in de Judengasse kwamen. Die was heel smal en grijs. We konden er met moeite ademhalen, omdat er geen zon en geen lucht was, alsof Jehova er met zijn volle gewicht bovenop zat.

…..
We kwamen op een binnenplaatsje en keken omhoog en op een vensterbank stonden twee hoeden op staanders.(…) Het huis heeft overal gewelven in kruisvorm en door vuile gangraampjes zijn stoffige ateliers zichtbaar waar zeker Joden hebben gewoond of andere volkeren die er op de een of andere manier niet gewenst waren. Want alles is nu verlaten, zo op stel en sprong verlaten dat hier zeker in de Tweede Wereldoorlog een hetze is geweest, zo verschrikkelijk dat nooit nog iemand de ateliers heeft durven betreden.
…..
Ik ken geen stad in Europa die is zoals Wenen, de oude, de lieflijke grond van vergane glorie, van oud geworden smart, van nostalgie en traagheid, moeheid, Lässigheit, zachtmoedigheid en overgave van de jonge helden aan de krachten van het noodlot.
…..