MEIJER, Fik



Keizers sterven niet in bed

…..
(keizer Galba) 'Hij bood zijn keel aan zijn moordenaars aan, terwijl hij uitriep: ''Steek, als dat het beste is voor Rome.'' Een soldaat van het vijftiende legioen boorde zijn zwaard diep in Galba's hals. Vervolgens hakten de anderen op hem in en verminkten zijn armen en benen deerlijk. Sommige soldaten wisten van geen ophouden, zelfs toen het hoofd al van de romp was gescheiden.

…..
(keizer Gamerius) In 310 openbaarde zich bij hem een etterende ontsteking aan zijn testikels, die uitgroeide tot een geweldig gezwel, vermoedelijk het gevolg van teelbalkanker. Lactantius schrijft met veel gevoel voor sensatie dat hij van binnenuit werd opgevreten door wormen en letterlijk weg rotte onder ondraaglijke pijnen. De dokters stonden machteloos. Sommigen van hen konden de stank niet verdragen en wendden zich kokhalzend af, wat de woede van de keizer opwekte en hun de kop kostte. Galerius' lichaam werd tenslotte een vormeloze klomp. Zijn bovenlichaam droogde volledig uit en zijn dunne huid zakte ineen tussen zijn ribben. Zijn onderlichaam viel als een pudding uiteen en zijn voeten verloren hun vorm.

…..
(keizer Valentinianus I) Hoe de arts ook in de aderen prikte, hij vond geen druppel bloed. Valentinianus probeerde nog iets te zeggen, maar kon geen woord meer uitbrengen. Zijn lichaam schokte, hij hikte en rochelde, zijn tanden knarsten en zijn vuisten sloegen machteloos rond in de lucht. Zijn gezicht vertoonde blauwe vlekken, ten teken dat de dood langzaam zijn intrede deed. Kort daarop blies hij de laatste adem uit.

…..