VITALSKI
De dood, plotseling
nergens is er het blauwe rivierwater.
maar overal de herrie van verbouwingen.
nergens zijn er de citroenbomen.
nergens,
bij geen enkele bank.
maar her en der kapotte liftdeuren, scheefgezakte portalen,
buitenwijken van Hoboken of Aartselaar.
en aldoor de geur van knauf.
en dreinende camions driemaal daags
dreinende leveranciers in lange jassen –
ach, zie ze
telefonerend voorbijgaan.
het zo naarstige bezig zijn met dit overleven zelf,
in suffe hitte
bij de neergelaten draperieën,
in diepe, donkere woonkamers –
die dingen zijn het
waarom wij geloven
en weten waarvoor wij vechten.
ieder zoekt vanzelf
een ander toevluchtsoord,
een ander daglicht dan datgene
waarin we het zullen moeten zien te rooien.
Moeder
hoewel ik ze goed kon verstaan,
achter de schutting,
de pas geverniste planken,
wisten ze niet
dat ik aan het meeluiseren wasn
de buurvrouw en
mijn moeder.
die buurvrouwen zeiden:
het zal toch wel deugd doen
als het school onderhand terug begint.
en toen zei mijn moeder: dat
vind ik niet.
van mij
mag de vakantie
voor altijd blijven duren.
Mijn beroemdste gedicht
ik was een zanger,
maar ik was mijn stem kwijt.
dus liep ik naar de dokter -
maar de dokter
lag met griep in het ziekenhuis.
dus liep ik dan maar naar de politie -
maar
de politie
hadden ze juist in de nor gegooid.
ik dacht: da’s niks, dan loop ik maar naar de pompiers;
maar de pompiers
stonden allemaal in brand.
ik dacht: dan gaan ik maar wat voetballen -
maar
vooraleer ik een pass kon geven,
was de keeper d'r al mee bezig
een voetbal in z'n eigen goal te trappen.
ik zei: god, wat kan doen?
te vroeg is het om te gaan slapen,
te laat om op te blijven.
te nat om buiten te komen,
te droog om binnen te zitten.
-wat nu!
od zette zijn bril af, en sprak:
don vitalski, ik zie u graag;
maar ik ben bang
dat ik u vandaag niet kan helpen.
M’n zaad is op
het ligt niet aan je lichaam,
het ligt niet aan je kop,
het is ligt niet aan je rotkarakter,
schat, m'n zaad is op.
en wat baat een of ander hooglied
wanneer ik enkel droogschiet?
waar slaat dat op,
m'n zaad is op,
m'n slurf ligt in het slop;
m'n scrotum is verschrompeld
tot een opeengefrommelde prop.
en wat, om dat te bevestigen,
nog rap gaan negenenzestigen?
te laat daarvoor,
de draad zit strop,
m'n bilnaad die is versleten;
de blok erop,
ook op die opblaaspop,
kom, laten we dit vergeten.
niet ligt het aan je lingerie,
niet aan je nieuwe job,
het ligt niet aan die whisky
want vanavond was ik bob;
maar laten we stoppen
onszelf te foppen.
al zou je d'r dagenlang keihard op kloppen
en kreeg ik een trio met lesley ann poppe;
wat bracht het op,
m'n sop is op
tot in de laatste drop.
al gauwer zou je zwanger worden
van kabouter plop.
al kan ik dus nog wel effe
rechtopstaand jou beffen,
m'n spel is naar de botten,
m'n zwengel is kapot.
m'n eikel die is naar de kloten,
m'n balzak een sjalot.
dus dat was in een notendop
een grote flop.
zo laat nog op die latexpop,
da's noppes voor een koppel, kom,
kortom, kop op,
m'n zaad is op - full stop.
.