VAN VOSSOLE, Maurits
Zoals een hert verlangt (Psalm 42)
Zoals een hert verlangt naar stromend water,
zo heeft mijn ziel haar hoop op u gesteld.
Nu drink ik bij mijn brood mijn zoute tranen,
ik ben een banneling, ik lijd geweld.
Ik denk gedurig aan de blijde dagen
toen ik met velen naar de tempel ging,
onder gezang en klinkende cimbalen,
in het jordaanland der herinnering.
Ik denk bedroefd aan onze koele bergen
en onze wateren van zee tot zee;
in mijn verdriet, ik, zal het niet verbergen,
stromen uw wateren over mij heen.
Zie hoe de heidenen mij spottend vragen:
"Waar blijft uw god die gij om bijstand bidt?"
Ik heb zolang mijn bitter leed gedragen,
vergeet dit niet wanneer ik nederzit.
Zij komen U, dag in dag uit versmaden;
hun spotternij gaat mij door merg en been.
Mijn ziel komt in de nacht bij U te rade,
Wees mij genadig, laat mij niet alleen.