FABIAS, Radna


de zee is blauw en de zee omarmt mij

maar iemand heeft spasmes

iemand hallucineert een rondborstige godin in camouflagekleding

iemand hoort stemmen

iemand drinkt champagne en tranen

iemand treurt om een oliebol en een lied van ramses shaffy

iemand haalt zijn neus op en stort zich op poedersuiker

iemand valt in het water in een diepe slaap


Handoplegging

weer is het heet

zuster rita heeft het geprobeerd, maar het wil maar niet afkoelen

(de airco blaast lauwe lucht naar de verhitte vrouwen)

de kerk is de wachtkamer van de hemel

dat belooft veel goeds

de dame voor me draagt een hoed met een veertje

(onder haar hoed draagt ze een pruik)

de Heilige Geest heeft haar zojuist aan het vallen gebracht

(de hoed is van haar hoofd gegleden)

ik houd mijn ogen op de pruik

(ligt nu voor het podium, spreekt in tongen)


de gevallen dame rilt alsof de winter hier bestaat

ze schokt

(porno voor godvrezende vrouwen)

alle bronstige weduwen oude vrijsters gediscontinueerde bruiden

liggen nu naast elkaar op de eerste rij

(hun pruiken hun hoeden)

twee paar gebutste eierstokken draperen dekens over de onderlichamen van

de dames en hun tranen

(ze schokken hijgen kronkelen een enkeling schreeuwt)

broeder george is met zijn hand langs de gloeiende lichaamsdelen van

minstens drie vrouwen gegleden

(maar we eren alleen de kerk die hij bouwde)

in de wachtkamer van de hemel houden we onze benen stevig tegen elkaar

aan gedrukt

(ik ook, Vader, ik ook)

niemand verliest zich in de kruizen van alle mannen die hier ooit preekten

(ik al helemaal niet, Heer, zeker niet)

broeder george haalt zijn kruis uit zijn broek en het is heilig want Jezus

had er ook één en Hij droeg het waardig