LANGEVELD, Méland


Dageraad


Donkerte zonder contouren, een plein in

gevloerde rust. Niets ingevuld, alles nog

zonder kleur. Jonge sneeuw in weke afwachting

van wat voetstappen. Vlokken als sneeuwvlinders


dansend voor het raam. De zekerheid dat de

eerste tram onderlangs glijdt, dat de wekker

rinkelt, de geur van koffie door het huis waart,

de hond bij de voordeur staat, en de krant door


de brievenbus schuift. Het geeuwen, uitstrekken

en uit bed rollen. De geborgenheid van het tapijt

van de dag dat zich voor ons uitrolt, ons steeds

weer wakker schudt.