LIESKE, Tomas


Rien ne va plus

Niets telt meer, niet de dagelijkse

zuiverende waterhandelingen, niet

de giftige infecties die mij of mijn kinderen

bedreigen, niet de dwang om te zaaien, niet de angst

als we hoog boven de rivier de morsige rotsboog beklimmen.

De hand die je kleren verdraait, de bij

die landt op de hete maïskolf tussen je tanden,

de modderstappen dwars over je gebleekte doeken,

niets telt meer, de bast van belang is verweekt

vergeleken met wat je verwacht; wanneer exact

is niet te bepalen, wat precies is jou niet bekend.