BRAKMAN, Willem


De zieke man


Soms sneeuwen vogels aan zijn raam voorbij

als zichtbaar beeld van zijn verlangen,

nog eenmaal door het licht omvangen

te zijn een smalle vogel, van zomerwind doorstreeld.


Zo zwierend in zijn kleine hemelvlak,

blijven zij troostend tot de winter hen verdrijft.

Het laatste beeld dat van hen hangen blijft,

is hun verwarde vlucht hoog over het dak.


Nog hangt hun koele wiekslag voor het raam,

maar felle kou dringt door de muren binnen,

daalt tot in 't hart en over alle zinnen.

Wat nu nog sterven moet, is slechts een lege naam.