TROLSKY, Tymen (Jasper MIKKERS)


Geduldig


Wreed ligt je schoonheid op je lijf te branden,

warme wellust stijgt op uit je donker vlees,

lenig en lanterfanterig voert elke tengere pees

kracht en gratie naar je vervoerende handen.


Je bruine borsten, als marktfruit uit hun manden

gerold, hangen handig hulpeloos boven je broek

waarin je hete heupen geuren, als 'n vloek!,

ja, beide als 'n bede om je aan te randen.


Je donkere huid te bespieden 'n poos,

je ogen en lippen, maakt mij radeloos.


Als 'n panter, zwart, glanzend, los in je vel,

beloer en bespring je me, maak je 'n hel

van m'n hart, hoewel onbewust en onschuldig.

Toch: ik wacht míjn beurt af, heel geduldig.


Ik zou je zo graag willen strelen


Ik zou zo graag van de geur willen eten

van jouw lijf, je hart willen strelen,

geen tederheid nog willen verhelen:

ik zou je zo graag willen strelen.


Ik zou zo graag de deur willen weten

naar jouw lijf, m'n bed met je willen delen,

al je denkbeeldige pijnen willen helen:

ik zou je zo graag willen strelen.


Ik zou zo graag de kleur willen vergeten

van m'n lijf, alle gegriefdheid willen bevelen

weg te gaan, van je willen houden hele vele:

ik zou je zo graag willen strelen.


Ik zou je zo graag willen strelen,

ik zou zo graag m'n lichaam aan 't jouwe verspelen.


Als ik slaap


als ik slaap

en je voetstap buiten weer niet hoor

maak me wakker

klop me met je adem op m'n oor!


dan zal ik opstaan

en 't raam ontsluiten

dan zet je maar je voeten

van binnen in je angst naar buiten

hang je jasje maar droogweg

aan de ruiten


dan zal ik je voorzichtig naast me vlijen

je kleine lichaam kussen

je hoofd, je buik, je dijen

dan zal ik sussen

tersluiks

de droefheid

van je minne tepels

daartussen