MICHEL, K.


Bij thuiskomst verschanst ze zich

met de telefoon achter de televisie

en belt al haar vriendinnen af

Tegen middernacht wapent ze zich

met witte wijn en modebladen

Later in de keuken wordt ze bezocht

door het gevoel dat het niet haar

handen maar die van de moeder zijn die

door haar lichaam heen de koelkast leeggraaien


////////////////////////////////////////


'Bent u getrouwd' vraagt een meisje uitnodigend


'Hoezo' mompel ik, 'dat is toch persoonlijk'


'Hebt u een eigen huis, een titel misschien, en zo ja

gebruikt u een creditcard en bestelt u mail order


wel, dan geheel gratis deze speciale aanbieding'


'Goedemorgen juffrouw' zeg ik en leg de hoorn neer


/////////////////////////////////////////


Ja liefste


Ja liefste Tot mijn lippen bloeden
Tot het plafond naar beneden komt
Tot de nacht wit wegtrekt
Tot de katten in de tuinen krijsen
Tot het licht de ramen openschuift
Tot er vogels door de kamer vliegen
Tot de buren over het balkon klimmen
Tot de fietsers op straat stilstaan
Tot het wolkendek openbreekt
Tot alles blauw is
Tot alles rood wordt
Tot de tijd ontploft
Tot mijn hart stopt


Dichter!


Kam je haar, poets je schoenen!

Trek je innerlijk aan!

We gaan de wind een hand geven.

We gaan de horizon begroeten.


Zoveel te zien! Zoveel te doen!


We gaan de taal van de vogels leren.

We eten het zand van de tijd.

We blazen de wereld als een glas.


Ja! De namen zijn adem.

Het licht is een vogelkreet.

De waarheid is een fabel.

We gaan de handpalm van de wind lezen.

We geven de dingen een andere naam.

We slaan de idiomen met stomheid.

We spreken de horizon onder vier ogen.


Ja! Ja! We ontmoeten, we groeten iedereen.

Douane, wolken, rondvaartbootjes.

Lakens in de wind, meeuwen, lindebomen.

Muziek, atleten, streekgerechten.

Obers, lokale gebruiken,

zebrapaden. Alles!


We reizen zonder landkaart.

We komen overal.

En we schudden alle handen, alle dingen

alle namen door elkaar,

En we roepen, we brullen overal:


Aap! Noot! Mies! Aap! Noot! Mies!