HAASSE, Hella S.



Heren van de thee

…..
'Door Jenny's dood heb ik eigenlijk het doel van mijn leven verloren. Ik had altijd veel plezier in mijn werk, en verheugde mij in het succes. Maar het was voornamelijk om haar. Die gedachte heeft mij altijd vervuld sinds ons huwelijk, en dat levensdoel is mij ontvallen. Hoe verlang ik soms terug naar de tijd toen wij arm waren en met onze vijf kinderen in dat kleine houten huis woonden, en wij het dikwijls moeilijk hadden. Wat zou ik niet willen geven om mijn lieve vriendelijke Jenny van toen weer bij mij te hebben…

…..
Zij hadden, na de uitbarsting van de vulkaan Galoenggoeng in een geheel grijs ge-worden landschap een dikke laag as van de bladeren der planten en struiken kunnen vegen, en datzelfde landschap spierwit zien worden in een hagelbui. Zij wisten hoe thee geplukt en kina geënt moest worden, zij mochten meehelpen bast te schillen. Zij konden als zij dat wilden hun dagelijkse bad in de regen nemen, spiernaakt buiten op het grasveld, of onder de zware waterstraal die aan de oostkant van hun huis uit de overlangse dakgoot spoot.

…..


Oeroeg
…..
Voor de rest van de middag werden wij de tuin in gestuurd om onszelf te vermaken. Oeroeg sloot zich bij ons aan. Tijdens deze gezamenlijke spelletjes werd ik me voor het eerst in mijn leven ten volle bewust van het feit dat Oeroeg in de ogen van anderen een ‘inlander’ was – en niet een inlander zoals Harsono Koesoema Soedjana, die bij ons in de klas zat en wiens vader regent was, maar een desajongen, de zoon van een ondergeschikte van de onderneming. Het verschil was er, in de lichte commandotoon die mijn gasten tegen Oeroeg bezigden, in het gebiedend ‘Ajo!’ waarmee zij hem in het spel tot opschieten maanden. Maar wat mij een kleur van ergernis deed krijgen, scheen Oeroeg nauwelijks te raken. Slechts eenmaal zag ik zijn zijdelingse, als het ware naar binnen gekeerde blik, en een haast onmerkbaar verstrakken van zijn gezicht en houding, toen een van mijn klasgenoten zich, waarschijnlijk meer uit baldadigheid dan met boosaardige bedoeling, een lelijk Soendanees scheldwoord aan Oeroegs adres liet ontvallen.
…..
Wij brachten ook een bezoek aan Sidris, die weinig wist te zeggen tot haar zoon. (…) Haar woning had in de loop van de jaren ieder spoor van westers comfort verloren. Een paar vuile matten dienden tot zitplaats in de primitieve voorgalerij, afval lag in hopen op het erf, het stonk er overal naar gedroogde vis en trasi. (…) Oeroeg en ik hurkten, voor het eerst in ons leven wat onwennig, tussen Sidris en de kinderen. (…) Oeroeg leek een prins tussen zijn in vodden geklede broers en zusters.
…..


Het woud der verwachting

…..
Het is maar een klein deel van de waarheid, maar genoeg om mij te doen beseffen, dat ik niets weet. Sinds ik dit heb ingezien, heb ik een diep verlangen om waarachtig wijs te worden. Ik ben er mij van bewust, dat wat ik tot nog toe voor werkelijkheid hield - niet de werkelijkheid is. De wereld, waarin men groot en machtig en gevreesd wil zijn, uw wereld, sire, is een drogbeeld.

…..