GERRITS, Lode
Oproep tot het Vlaamse volk (1850)
…..
Gij, liberalen, die van vrijheid en verlichting spreekt, ziet gij dan niet dat wij, Vlamingen, niets van de beschaving, dan de verlichting van gans een volk, van onze landgenoten willen? Gij vernietigt alle gemeenschap, welke het volk met de verstandelijke wereld hebben kan en gij spreekt nog van vrijheid, alsof gij niet wist, dat de onwetendheid, waarin gij het volk, onder de miskenning der taal dompelt, altoos de zuster der slavernij is: alsof gij niet wist dat dat een volk zonder taal, zonder verlichting, zonder veredeling, altoos een slavenvolk wordt ! Gij laat het volk zonder enige verdediging aan de geestesverdoving over, gij, die al uw pogingen zoudt moeten inspannen, om geestt en licht in het volk te doen doordringen.
En gij, katholieken, wilt gij dan dat uw god, die nochtans de God des lichts, de God des geestes is, niets dan de bede der onwetendheid tot zich hore opstijgen ? Weet gij niet, dat het beoefenen, dat het verheffen van de schoonste gave, die god de mens schonk, van de geest, het edelste aller werken in zijn ogen zijn moet? Heeft het evangelie van de verbastering en de domheid des volks ofwel de veredeling der mensen gepredikt? En de christelijke liefdadigheid, spreekt zij niet in uw harten, wanneer gij ziet hoe gans een volk, hoe uw broeders, door de onwetendheid naar de ellende, naar het lijden en zelfs naar de hongersnood geleid worden …
…..