NESCIO



Het dal der plichten


Ik zit op de berg en kijk in het dal der plichten.

Dat is dor, er is geen water,

het dal is zonder bloemen en bomen.


Er lopen veel mensen door elkaar.

De meesten zijn wanstaltig en verwelkt

en kijken voortdurend naar de grond.


Na enige tijd sterven zij allen,

toch zie ik niet dat hun aantal mindert,

het dal ziet er steeds eender uit. Verdienen zij beter?


Ik rek mij uit en kijk op langs mijn armen naar de blauwe lucht.


Ik sta in het dal op een pleintje van zwarte sintels,

bij een kleine stapel afbraakplanken en een onbruikbare wasketel.


En ik kijk en zie mezelf zitten, daar boven,

en ik jank als een hond in de nacht.

…..