DE ROODE, Alexis
Berceuse
Zie mij aan met zachte ogen.
Bewaar voor later het doffe staren,
de kalme taxatie, de gêne
die wegkijkt en afglijdt.
Kom, leg je oog op mijn oog.
Open de zwarte poort en laat mij
dwalen in het donker, een rondgang
langs de ramen en muren van je hart.
Dan zal ik zachtjes voor je zingen,
een liedje van de wind en het wezen
van de dingen.
En ik zal je aanzien met zachte ogen.
Dwaal af in mijn zwarte domein.
Je zult daar veilig zijn.
Mechaniek
Een kleine metronoom die tikt en draait,
dat is de klok. Neutraal als hekwerkstaal.
Niet wreed zoals het weer, de vrouw, de man..
De klok maakt niemand oud of gek of kaal.
Het koele mechaniek heeft niets met ons
van doen. De wijzers draaien stijfjes door.
Hij komt uit onze hand, maar luistert niet
naar onze nood; hij volgt zijn tandenspoor.
Waarom gehoorzaamt u dat polsgeval?
Waarom zo zweten, janken, al die last?
Wanneer er van je neus een traan in drupt
verliest het ding meteen de maat. Roest vast.