REVERDY, Pierre



Tard dans la Vie


Je suis dur

Je suis tendre

Et j'ai perdu mon temps

A rêver sans dormir

A dormir en marchant

Partout où j'ai passé

J'ai trouvé mon absence

Je ne suis nulle part

Excepté le néant

Mais je porte caché au plus haut des entrailles

A la place ou la foudre a frappé trop souvent

Un coeur ou chaque mot a laissé son entaille

Et d'où ma vie s'égoutte au moindre mouvement.


Later in ‘t leven


Ik ben hard

en ik ben zacht

en ik heb mijn tijd verdaan

met te dromen zonder te slapen

en al slapend te gaan.

Overal waar ik ben geweest

heb ik mijn afwezigheid gevonden.

Behalve in het niets,

ben ik nergens,

maar ik tors, verborgen in mijn diepste binnenste,

daar waar de liefde te vaak tekeerging,

een hart waar elk woord zijn keep heeft gekorven

en waar mijn leven weglekt bij de minste beweging.

Vertaling: Z. DE MEESTER