MORTIER, Erwin
Marcel
…..
Wanneer de juffrouw vol zoete cake was gepropt, kon ze eindelijk haar keuze maken. Het drietal stak de koppen bij elkaar. De woonkamer vulde zich met gewapper van modebladen. 'Ik heb nogal graag wijde mouwen,' zei Juffrouw Veegaete, 'die stoppen mijn bovenarmen weg. Maar ik zie niet graag zo wijd tot op mijn polsen.' De grootmoeder stelde haar gerust: 'We kunnen altijd zorgen voor een lange manchette, met een knoopsgat of drie. Ik heb de ideale knopen voor zo'n blouse. En waaraan dacht ge voor de rok?' Nog meer gewapper. De grootmoeder knipte met de vingers. Stella moest de stalen aandragen. De grootmoeder hield de stoffen in de smalle strook licht tussen de gordijnen, legde ze op Juffrouw Veegaetes schouders, op haar benen, hing ze tegen haar buik of borst. De juffrouw werd een lapjeskat, en lichtjes moedeloos: 'Voor de stof vertrouw ik op u, Andrea.'
…..
Godenslaap
…..
Eén van die projectielen was niet afgegaan en lag in het zand te slapen, omringd door prikkeldraad, geflankeerd door een wachtpost die af en toe op het ding neerkeek alsof hij zijn hond uitliet en geduldig wachtte tot die zijn gevoeg had gedaan.
…..
We hebben zerken nodig, iets tastbaars dat de dode toedekt, ons de toegang tot de Hades verspert, een offertafel of een wierookschaal waarin we het gevoelen van schuld kunnen verbranden nadat we de doden, die al een keer gestorven zijn, in de spelonken van onze geest nog een tweede keer in de rug hebben geschoten, om verder te kunnen.
…..