ARMAND
Eén Van Hen Ben Ik
Je komt binnen en je stikt er in de rook en alles ruikt er muf.
Want in de Poort is het asociaal en niet zo akelig duf.
En het intellect viert hoogtij, men voelt zich interessant
En om op te vallen zet men alle normen aan de kant.
En de baas loopt rond met een trots gezicht en een ouderwetse sik.
En iedereen is even gek en één van hen ben ik!
En je zit er dicht opeen gepakt, je zweet je er kapot.
Maar je vindt 't er gezellig ook al is alles even rot.
En met zonnebril en lange haren zijn ze artistiek
En niet door schilderkunst of dichtwerk of muziek.
En als men vraagt hoe oud ze zijn, dan geven ze geen kik
Nee, dan knijpen ze 'm allemaal en één van hen ben ik!
En men praat er over de maatschappij en de zin van het leven
En over 't nut van kerk en huisgezin, waar ze zelf toch geen barst om Geven
En 'n hele kleffe club van halve zachten spreekt ze tegen,
Omdat men lalt over wat men zou willen en niet heeft gekregen.
En daarom zijn ze zo opstandig en staan meteen in de fik
Als iemand hen dan tegenspreekt en één van hen ben ik!
Maar d'r zitten erbij met een goed verstand en akelig heldere kop.
En alleen door hun kleding en overtuiging neemt men hen niet op,
In de maatschappij van rijtjes-lopers, hoge-boordenslijmers,
Waar alleen plaats is voor meewaaiers en eigenheimers.
En de strooplikkers, die zijn tegen de vijftig vet, ongemakkelijk dik.
Maar zij blijven mager van het denken en één van hen ben ik!
De oorlog woedt in jezelf
Op de vierde dag van oktober draaien de abattoirs gewoon door
Op de vierde dag van oktober worden dieren gemarteld in het laboor
Zoals op alle andere dagen van het jaar, in Schiphol
De plaats waar beesten levenslang toebedeeld krijgen voor andermans lol
Ja, we komen erachter, ook al gaat het maar traag
We vernietigen de aardbol, ook wij maar al te graag
De oorlog woedt in jezelf, in je jachtige leven
Nerveuse vrouw, je vervelende kindren, je melige baas
Je beeldt de lotgevallen uit van een dwaas
Want de agressie woedt in jezelf, in je onophoudelijk streven
Naar status door middel van geld, jij domme vechtersbaas
't Gaat erom wat je bent, niet wat je hebt, dan zit je d'r naast
Op de vijfentwintigste december strooit men vrede over het land
En men spreekt over goede manieren, en men leest het in de krant
Maar wie zijn wij om te beweren dat alleen wij het goed zouden doen
Als de anderen vechten voor het verkrijgen van een karig rantsoen
Ja, we komen erachter, ook al gaat het maar traag
…..
Het recht op arbeid is een farce gebleken en is achterhaald
Al heeft menigeen nog steeds niet door wat in feite al is bepaald
Dat de expansie zo niet door kan gaan, de noodklok heeft geluid
We werken onszelf in de stront, of we komen er samen uit
Ja, we komen erachter, ook al gaat het maar traag
…..
Ben ik te min?
Wil je blijven, oké
Het heeft toch geen enkele zin
Als je me maar niet ziet als de jongen met de rozen
Want dan stort die hele droomwereld in
Jij was, zoals we dat noemden 'het materialistische type'
Maar daar heb je nu nog weinig meer van
Jij bent nu net zo idealistisch als ik
Maar hoe wil je 't in godsnaam anders dan
Ben ik te min
Ben ik te min omdat je ouders meer poen hebben dan de mijne
Ben ik te min
Ben ik te min omdat je pa in een grotere kar rijdt dan de mijne
En toch wil je blijven maar je pa die wil het niet
Ik denk dat je beter kunt gaan
En je moeder die doe je ook al veel verdriet
En als je thuiskomt zal ze zeggen 'wat doe je me aan'
Jouw moeder die ik moest aanhoren met haar achterlijk gezeik
Over de studie van je broer
En je pa die zo'n succesvol zakenman was
Met andere woorden 'wat ben je een boer'
Ben ik dan te min
…..
Maar kijk uit
Je bent het niet gewend om te vreten van de straat
Als je lichamelijk maar niet zo erg belangrijk vind
Want dat is het in feite niet waar het om gaat
En als je 't aankunt goed, kom dan gerust weer
En anders dan sodemieter je maar op
Want het is echt niet dat ik niets om je geeft
Maar zo duw je je hoofd in een strop
Ben ik daarom dan te min
…..