SERENI, Vittorio
Le mani
mi fanno sera sul viso. Quando lente le schiudi, là davanti la città è quell'arco di fuoco. Sul sonno futuro saranno persiane rigate di sole e avrò perso per sempre quel sapore di terra e di vento
quando le riprenderai.
|
doen de avond vallen op mijn oog. Als je ze traag opent, ligt in de keer die stad daar, een brandende boog. Ze zullen in het latere slapen luiken zijn, in de zon gelijnd. Van aarde en wind de smaken zal ik voor altijd verloren zijn
wanneer je ze terugtrekt.
|