DAVID, Jan Baptist
Nederduitsche Spraakkunst
- 1834
…..
Meer heb ik over het doel van mijn arbeid in dit Voorbericht niet te zeggen. Nu nog iets over het stelsel dat ik in het vervaardigen van deze korte handleiding gevolgd heb. Iedere aandachtige zal geredelijk zien dat de Hollandse spraakkundigen mij hebben ter hand gestaan; en geen wonder. Zij alleen hebben hun taal, die alleszins de onze is, vlijtig beoefend; terwijl de Belgen, al te zeer op het naburige Frans verzot, ver ten achter zijn gebleven; en in datgene, wat zeer nauw met hun nationaliteit verknocht is, hun taak deerlijk verwaarloosd hebben. Het is niet dat ik immer Hollands wil spreken of schrijven; maar hetgene wat de eerste tot volmaking der Nederduitsche spraakkunst, na grondig onderzoek, wijselijk hebben ingevoerd, zou ik gaarne op Belgische bodem zien overgebracht worden, om niet altoos in het voetspoor onzer voorgangers blindelijk en zonder aanwinst voort te gaan.
…..
(bewerking: Z. DE MEESTER)