NASR, Ramsey
Palestijnse slachtoffers hebben geen namen, het zijn nummers
‘Khalid & Sophie’ op de Nederlandse televisiezender BNNVARA - 19/10/2023
Alle gijzelaars, alle doden, Israëlisch en Europees, hebben inmiddels hun namen gekregen. Hun familieleden en vrienden zijn gehoord op tv, in de krant. Hun levens, dromen, idealen zijn ons bekend, voor altijd. Ik vind dat terecht.
Wel heb ik een vraag. Hebben Palestijnse levens eenzelfde waarde voor ons, in een gruwel die voor hen al meer dan een halve eeuw voortduurt? Kennen wij ook de namen van hún dode baby’s, hún vernederde grootouders, hún vermoorde kinderen? Kennen wij hún individuele dromen, vrienden, schoolrapporten?
Palestijnse levens worden doorgaans per aantal genoemd: 140 doden, 339.000 ontheemden, 2,2 miljoen inwoners. Geen namen maar nummers.
Dit is een indicatie van hoe wij ons mededogen verdelen. Want ja, ook Palestijnse gezinnen worden levend verbrand - door kolonisten. Palestijnse huizen worden gebulldozerd, met de bewoners er nog in - door het Israëlisch leger. En ook Palestijnse kinderen worden gemarteld, zitten jaren gevangen zonder aanklacht of hulp.
Dit gebeurt generatie op generatie op generatie. En misschien zijn we daardoor immuun geworden. Het zijn voor ons geen mensen, het is verzameld leed: ‘Houdt het dan nooit op?’
Maar voor mij is het familie. En ook ik denk ‘houdt het dan nooit op’ - alleen heb ik het dan over de blinde steun aan een onmenselijk systeem van apartheid en etnische zuivering. Sommige Israëli’s noemen hun eigen regering fascistisch.
Rutte illustreerde mijn vermoeden toen hij op de dag van de Hamas-aanslagen op het nieuws zei: “We hebben niet zo heel vaak meegemaakt dat dit conflict zich richt op heel gewone mensen.”
Kennelijk ziet hij Palestijnen niet als gewone mensen. Alleen al in de afgelopen maanden (vóór de aanslag) werden er in Palestina honderden burgers vermoord door Israël. Met onze steun en ons stilzwijgen.
Gaza is een van de dichtstbevolkte plekken ter wereld, afgesloten van de rest van die wereld: 2,2 miljoen mensen. Bijna de helft van hen is nog een kind. Van alle Gazaanse kinderen is 80% gediagnosticeerd als depressief. Vragen wij ons ooit af wat zij dromen?
Gazanen kunnen nergens naartoe. Sinds enkele dagen kan ook niets naar Gaza: geen water, geen brandstof, geen elektriciteit, geen hulpgoederen, geen medicijnen.
Enkel via de lucht komen goederen binnen: Israël heeft Palestijnse burgers de afgelopen dagen gebombardeerd met witte fosfor - een wapen dat al je vlees doet wegschroeien en dat strikt verboden is in bevolkte gebieden - maar dat kennelijk wel in zéér dichtbevolkte woonwijken gebruikt mag worden. Voor Israëli’s gelden andere wetten. Israëli’s kennen we bij naam.
Vandaag werd tegen 2,2 miljoen Gazanen door het Israëlische leger gezegd dat ze in één dag allemaal naar het zuiden moeten gaan. Misschien voor hun veiligheid, misschien vooral omdat het noorden over enkele dagen niet meer zal bestaan.
Aardig van Israël, dat ze die kans bieden. Maar er zijn geen kansen in Gaza. Hoe kunnen zieken en gewonden, gekluisterd aan medische apparatuur, weg uit de ziekenhuizen? Bejaarden, zieken, gehandicapten, de zwaksten - zij zullen achterblijven en hun lot tegemoet gaan. Zoals elke Gazaan, elke Palestijn al decennia eenzelfde lot tegemoet gaat, in slow motion. Omdat de wereld toekijkt.
Algehele vernietiging.
24 uur.
Ik heb één wens, want dromen heb ik niet meer in deze gruwel. Dat iemand van deze honderdduizenden mensen de namen zal noteren en dan avond na avond hun familieleden zal interviewen op nationale televisie.
Dit komt waarschijnlijk neer op talloze tv-uitzendingen.
Het zou absurd zijn - maar wel eerlijk.