HOSTE, Pol



We zullen heel voorzichtig moeten zijn


We zullen heel voorzichtig moeten zijn. Zorgvuldig op wat er gebeurt. Alles vertellend aan elkaar, maar heel langzaam. Zonder uitstorting, zonder overhaasten.

Met lange dagen tussen.

Het afwachten verleren. Behoedzaam toelaten wat het toeval brengt. Heel stil. Traag inde stad rondlopen zonder eenzaam te worden. Niet de anderen willen helpen.

Zichzelf weerbaar maken. Zich teweer stellen tegen wat wordt opgedrongen. Van zich afbijten als het moet.

Zich niet negatief bepalen tegenover de anderen.

Zich leren goed voelen.

Niet overbodig liefhebben. De anderen niet beladen met bezorgdheid om hen - wat is dat trouwens ook? Ze zullen me wel zeggen wat er is. Zij zal me wel alles vertellen: haar verhaal over het verdriet dat haar werd aangedaan.

Mijn verhaal dat uitsluitend over mezelf blijkt te gaan. Misschien, als het avond wordt, of als het voor de tweede of de derde keer morgen wordt zonder slaap, gaan slapen. Heel langzaam, traag en zorgvuldig: als een trap die men opklimt langs de tijd en het werk van elke trede. Zo. Heel voorzichtig. Elkaar aankijken.

Zo stil zullen we nu moeten zijn, na zoveel ruzie, na zoveel verwoestingen, na al deze pijn, na zoveel verdriet.