HOLTRIGTER, Julien


Onder de sterren

Onder de sterren geslapen. Lang in de tijd

liggen kijken, in de ijlende, krijsende ruimte.

De vreemde vreugde die dat ondenkbare schept.

Ik zag een foto die iemand vanuit een kuil had genomen.

Uitzicht vanuit een graf, stond eronder. Je zag

een stuk van de hemel en de dunne kruinen van bomen.

Ik denk aan mijn vader, heel ver van huis, niet meer

bij machte terug te keren.

En aan mijn ex die ik plots bij mijn tandarts aantrof

boven mijn wijdopen mond, mooier en harder dan ooit,

met een slang in haar hand om het gruis en het vocht

weg te zuigen. Daar lag ik.

Ik zou zo graag licht willen reizen, met in mijn rugzak

niet meer dan wat kleren, een veldfles, een pen

en papier.’