STORME, Matthias



De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimineren

…..

Tolerantie als sleutelbegrip


Het sleutelbegrip van onze Westerse ervaring in deze manier van denken is het begrip tolerantie. Het is des te meer een sleutelbegrip omdat ook tolerantie door het verabsoluteren ervan in een absolute intolerantie kan verkeren (3).

De sleutel is te vinden in de scholastieke definitie door Reimond van Peñaforte in zijn Summa de Iure canonico (ca. 1123 )(4) : Minus malum toleratur, ut maius tollatur: een kwaad wordt getolereerd omdat het bestrijden ervan een groter kwaad is dan het verdragen ervan.

Dit is geen eenvoudige gedachte, dames en heren: dat iets kwaad kan zijn en toch moet toegelaten worden omdat het bestrijden ervan nog een erger kwaad zou zijn dan het kwaad dat men ermee bestrijdt. Meer nog, de enorme betekenis van dit intellectueel inzicht kan m.i. niet onderschat worden. De kunst van de tolerantie bestaat er immers niet in om dingen te tolereren die men als goed beschouwt, maar wel om wat men kwaad acht niet op een dusdanige wijze te bestrijden dat de bestrijding erger is dan de kwaal. De tolerantie is, naar de uitdrukking van Todorov, "het smalle pad "(5) tussen twee ravijnen: - Aan de ene kant vinden we de klassieke intolerantie, bestaande uit de overspanning van het eigene: vormen racisme en vreemdelingenhaat, vormen van ideologische haat, enzovoort. - Aan de andere kant vinden we de perversie van de tolerantie in een antitolerantie: wanneer men anderen verbiedt om datgene wat ze moeten tolereren ook kwaad te vinden en de eigen waarden beter te vinden, en eenieder dus verplicht om andere opvattingen over het goede aan de zijne evenwaardig te vinden. Bij deze perversie van de tolerantie wordt de verdediging van eigen opvattingen gecriminaliseerd tot een belediging van andersdenkenden, en dit op steeds meer vlakken: de verdediging van de eigen cultuur wordt gebrandmerkt als xenofoob, die van morele opvattingen over het privéleven tegenover een absoluut moreel subjectivisme als homofoob, die van de eigen godsdienst als islamofoob. Dit leidt, in de woorden van Alain Finkielkraut, naar "une tolérance qui, finalement, ne tolère qu'elle-même "(6). Is het kwaad overigens niet altijd ergens de perversie van het goede ?

…..