GISEKIN, Jo
Als ik het boek niet had
Als ik het boek niet had zou ik
ánders leven. In de spiegels van het
blad zie ik mijn gisteren. de nacht,
het zeldzaam tedere van elk verleden
dat niet vervaagt
nu ik nog alles weet.
Ik ken de plekken waar het landschap
tot aan mijn voetzool plooit in veel verborgen
geuren, de zon een feest is. Muziek een
stortbui uit wijde galmgaten. Psalmen
voor een ver verschiet.
Hoe zou ik weten wie de tijd ontstak, aan
ieder woord zijn klinker gaf, zingend
in mijn oor.
De vreugde kan niet op
in alle talen, in elk nieuw boek
een jong bestaan.
Nog eenmaal
Nog eenmaal om precies te zijn
zou ik een kind willen baren
Het ritueel van de ogenblikken
in mij opslaan
als in een gouden kooi
Het lichaam dat zich opent
om zwijgend dicht te gaan
in de trance
van het afgebakend moment
Te weten dat ik
vrouw ben en niet zomaar
vermoeid van steeds weer
stappen over zebrapaden
met kinderen in donker
uniform en boekentassen
vol verzamelingen
Straks de quiche Lorraine
op tafel en schoenen poetsen
voor het vertrek
de brooddoos met het gebakje,
het springtouw
voor de middagpauze
Nog éénmaal wil ik
wakker worden
met het weke lijfje
aan mijn weke mond
Het hart
op het hart