BEEKMANS, Anton


Wat ik mis

Ik mis de poëzie van ‘t geld is op,

de koelkast leeg, de schemerlamp doet het

al lang niet meer, de tocht en eenzaamheid.

Ik mis de wijn uit een kartonnen pak,

een slaande deur, een koffer op de straat.

Ik mis ‘t gemis aan vrouwenvlees en aan

de daad. Ik mis de lethargie, de gal,

de zwarte gal van ziekte en van dorst.

Ik mis de verveloze vensterbank,

het vensterglas, het gluren van de dood.

Ik mis de poëzie van ‘t ongeluk,

van pech en baanverlies. Ik mis ‘t gemis

aan zekerheid. Ik weet nog van de tijd

van lange rijen bij de voedselbank.