SANDERS, Georgine
Brooklyn in augustus
De beurtzang van de late zomer klinkt:
het schril en dringend gonzen stijgt en daalt,
een lange ademtocht die zich herhaalt,
van boom tot boomtop. De cicade zingt.
Vijfbladig spreidt hibiscus, paars en breed,
zijn bloemen open, elke morgenstond.
Die vallen uitgebloeid 's nachts op de grond,
steeds komen nieuwe en de zon blijft heet.
Dit is de spil van het jaar, de tropentijd,
die ik door kou en winter heen verwacht.
Kort evenwicht, met zomer haast volbracht,
van dood en leven, in oneindigheid.
Hier zijn geen straten, tuinen van weleer,
die ik als kind wel wist maar toen niet zag.
Een eerder ritme draagt mij nacht en dag,
ik ben dat kind, dit zijn mijn tropen weer.