ZAAL, Wim
Voetnoten bij een droom / De Nederlandse zouaven en de val van Rome in 1870
…..
Een leger van drieduizend zouaven trok daarom naar Mentana op, waar Garibaldi aanvankelijk 15.000 man had, die echter tot 10.000 slonken toen zij zagen dat er gevochten moest worden. In een kwartier tijds hadden de zouaven (onder wie een kleine duizend Nederlanders) onder generaal Charette de eerste voorpost van de verdedigde stad genomen. En nog vóór de avond viel was Garibaldi's nederlaag zo volkomen, dat de Kerkelijke Staat weer een tijdje veilig gesteld was. De paus verklaarde dat hij het behoud van Rome aan de Nederlanders te danken had en in het moederland sloeg elke katholiek aan het dichten van strijdliederen. Dat was nog wat anders dan al die Stille Tochten van tegenwoordig: Gods krijgsbazuin, Schalt van de kruin, Der zeven heilge heuvlen, De christen jeugd, Snelt toe verheugd, Voor God en Paus te sneuvlen! En inderdaad, ze bleven toesnellen, het doorgangscentrum in Oudenbosch had het nog nooit zo druk gehad.
De overwinning van Mentana, die Garibaldi als leider voorgoed op de achtergrond bracht, gaf Pio Nono tevens moed een Vaticaans Concilie bijeen te roepen. Het hoogtepunt daarvan werd de afkondiging van de pauselijke onfeilbaarheid. Dat dogma gaf het pausschap een nieuwe glans en een hechter fundament, en toen het eenmaal was uitgesproken kon Rome desnoods vallen. Dat gebeurde dan ook: 18 juli 1870 de dogmaverklaring, 19 juli het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog, waardoor de grote mogendheden zich beslist niet meer met de Kerkelijke Staat konden bemoeien. Victor Emmanuel aarzelde geen moment de paus een brief te zenden, waarin hij verklaarde het Patrimonium Petri te zullen bezetten. Pio Nono antwoordde: ‘Ik zegen God, die Uwe Majesteit heeft toegestaan om de laatste dagen mijns levens met bitterheid te vervullen.’
Op 11 September trokken de koninklijke troepen de Kerkelijke Staat binnen, de negentiende stonden zij voor de muren van Rome. De paus, die een bloedbad wilde voorkomen, gaf order dat bij de eerste bres in de wallen de witte vlag zou worden gehesen, en zo gebeurde op 20 september.
De dag daarna verzamelden de zouaven zich op net Pietersplein om van hun paus afscheid te nemen. Hij was zo ziek en uitgeput dat de artsen hem verboden aan het raam te komen, maar toen hij even onbewaakt was, opende hij zelf het venster om de zouaven te zegenen. Hij wilde ze nog toespreken, maar viel bewusteloos achterover.
…..