BAYAR, Maris


Dus hij ging niet

Dus hij ging niet,

want ze weenden

om dat ongewisse

in het oudere en jongere leven.


Zoals wolken wonderbaarlijk zweven,

dansten ze met waardigheid.

Dicht tegen elkaar aangeduwd,

hoofden schouderdiep gebogen,


in de stank van bier en brillantine,

tussen verschraalde minnaars

die bijwijlen

oneindig weemoedig zingen.


Ze dansten

godganse tierende nachten met twee,

op blues in bars.

Openliggen ging de zee.