LIEVAART, Inge
De stem van het water'
Als de stem van het water stilvalt
haar strelende vingers verstijven
verkleumd haar armen zich vouwen
om haar arme plankharde lijf
blijf dan niet staan als een dode
vlucht dan niet weg in het niets
zoek naar een woord dat opent
het is er het ligt al gereed
en beitel met koppige woede
een kerf in het ijzeren dak
een spleet in het zwart van de winter
zie het gat voor de zon wordt al groter
het lijf van het water wordt zacht
beweegt en strekt weer de leden
het vingert aan bloemen en gras
o het stamelt, hoor toe, het gaat klinken:
kom drinken, kom drinken