LEFFRING, Myrte


Handen


De handen uit mijn klas

ze grijpen ze wijzen

ze slaan me ze stompen

ze houden me vast

ze duwen ze trekken

ze scheuren mijn jas


De handen van mijn moeder

ze aaien mijn haren

ze houden me vast

ze bellen naar school

ze naaien mijn jas

ze dragen mij naar bed


ze blazen een kus


ze doen het licht uit


Ik doe mijn handen voor mijn ogen

Gelukkig

Morgen is het zaterdag