On Being Blue
…..
Blue is the color of the mind in borrow of the body; it is the color consciousness becomes when caressed; it is the dark inside of sentences, sentences which follow their own turnings inward out of sight like the whorls of a shell, and which we follow warily, as Alice after that rabbit, nervous and white, till suddenly — there! climbing down clauses and passing through ‘and’ as it opens — there — there — we’re here!... in time for tea and tantrums; such are the sentences we should like to love — the ones which love us and themselves as well — incestuous sentences — sentences which make an imaginary speaker speak the imagination loudly to the reading eye; that have a kind of orality transmogrified: not the tongue touching the genital tip, but the idea of the tongue, the thought of the tongue, word-wet to part-wet, public mouth to private, seed to speech, and speech... ah! after exclamations, groans, with order gone, disorder on the way, we subside through sentences like these, the risk of senselessness like this, to float like leaves on the restful surface of that world of words to come, and there, in peace, patiently to dream of the sensuous, and mindful Sublime.
…..
|
Over blauw zijn
…..
Blauw is de kleur die de geest ontleent aan het lichaam; het is de kleur die het bewustzijn krijgt bij streling; het is de donkere binnenkant van zinnen, zinnen die uit het zicht hun eigen wendingen vanbinnen volgen, zoals de kronkels van een schelp, en die we behoedzaam volgen, zoals Alice achter dat konijn, nerveus en wit, tot plotseling – ja daar! Terwijl we bijzinnen afklauteren en door 'en' gaan als het opengaat - daar - daar - we zijn er! ... op tijd voor thee en driftbuien; zo zijn de zinnen waar we van zouden moeten houden - de zinnen die van ons en ook van zichzelf houden - incestueuze zinnen - zinnen die een denkbeeldige spreker luid de verbeelding laten spreken tot het lezende oog; die een soort van gedaante veranderde oraliteit hebben : niet de tong die het genitale topje beroert, maar de idee van de tong, de gedachte aan de tong, van woord-nat naar geslacht-nat, publieke mond naar privé-mond, van zaad tot spraak en spraak.. . Ah! na kreten, gekreun, met de orde weg, de wanorde onderweg, bedaren we door zinnen als deze, het risico op onzin als deze, als bladeren te dobberen op het rustgevende oppervlak van die woordenwereld die komen gaat, en daar, in vrede, geduldig te dromen van het sensuele en opmerkzame Sublieme.
…..
Vertaling: Z. DE MEESTER
|