WATTEZ, Omer
Heilig woud
Heilig woud, zo plechtig stil en toch vol leven,
tempel vol gezangen, trillende vogelkoren,
woud, waaruit de vogels in het blauw gaan zweven,
en dichter bij het licht hun liederen laten horen.
Groen gewelf van eiken en van beukendreven,
wijd en hoog als in oneindigheid verloren,
bont tapijt uit twijgen, mos en kruid geweven,
waar de bloemen stralen gelijk de sterren gloren.
Heilig woud, waarin het zo zalig is te dwalen,
klimmend op uw heuvels, blikkend naar uw dalen,
ver verwijderd van gedrang en volks gewemel.
Waar men niets meer hoort van 's werelds wee en zuchten,
levenskracht inademt in gezonde luchten,
uit de diepten stijgend, nadert tot de hemel.